Sunday, May 31, 2015

I'll be your Vicodin


lief

ik wil dat je voelt dat ik mijn vingers schaaf
omdat ik te wild langs auto's manoevreer
wanneer ik op mijn fiets zit

ik ben de reden
waarom je je plots realiseerde
dat je gsm wel degelijk snel plat gaat

een namiddag vol berichten
een namiddag vol mopjes
tot één van ons twee niets gevat meer kon verzinnen
en dat, dagen aan een stuk

conversaties in emoji
zonder echt iets te vertellen
gewoon te weten dat je aan mij denkt
mij mist
iemand die mij mist

hoe jij mijn zachte handen streelt
één voor één mijn vingers kust

hoe ons staarspelletje steevast eindigt in geproest
en een meewarig geknik van jouw kant
want mijn lach in houden kan ik niet

hoe jij mompelt dat ik zo mooi ben
wanneer ik het niet versta
maar eigenlijk wel
en eigenlijk durf ik mijn oren niet geloven

hoe jij mij optilt en draagt naar de ondergaande zon
mij kust en alles voor altijd zo mag blijven
hou mij vast tot ik geloof dat dit allemaal echt gebeurt
maar de wolken worden donker en jouw rug die houdt het niet

je bent zo ontzettend lief
maar niet alleen voor mij

ik wil roepen dat ik veel beter voor jou zal zijn
maar daar ben ik zelf geen honderd procent zeker van

er dwalen rode kousen in mijn witte was
en wanneer ik mijn fles water vul, giet ik de helft ernaast
in mijn keuken ligt standaard een dweil
niet louter decoratief helaas

ik zou alle namen, zelfs de latijnse, vanbuiten leren
van de bloemen in het veld waar we soms komen
tot en met de intensiteit van hun fotosynthese
en ik weet niet eens of dat wel ergens op slaat

ik zou in bomen kruipen voor jou
ik wou dat ik in die boom gekropen was
maar ik doe altijd onder voor andere meisjes
dus wat maakt het dan?

ik zou je alles geven
alleen maar dagen in de zon
zonder joggers
zonder honden
zonder schuldgevoel en schrik
zonder plannen
zonder zorgen

mijn koptelefoon pompt luide klanken tegen mijn gedachten
in de hoop dat ik ze niet meer hoor
en ik versteen
tussen de snelheid van chaos
van mensen om mij heen
alle mogelijke richtingen uit

ik blijf zo lang mogelijk wakker om niet te liggen woelen
om uiteindelijk toch dingen te dromen die ik liever al lang vergeten was
en wakker te schieten met gedachten
die mijn hart doen barsten

hoe jij mijn tranen wil drogen en ik wegtrek
want er komen toch gewoon weer nieuwe
en zo blijven we eeuwig bezig

hoe je mij versierde als een kerstboom
met slingers van meligheid
maar 't was eind augustus dus ons seizoen nog helemaal niet

er is een hond die ik durf aaien nu
en de laatste zomerdagen zijn wel echt voorbij

ik wil dat je kiest, dat je kiest voor mij
ik kan hele lekkere pudding maken
maar daar blijft het vrees ik bij


Tuesday, October 28, 2014

We were formed from a small set of emotions


"Alles goed? Je bent een mooi meisje. 
Wat ik zie, dat zeg ik. Dat is alles." 


Hij krijgt mijn enige lach vandaag, misschien ook ineens die van morgen. Een wildvreemde klantenlokker ergens in een smalle straat, op weg naar het restaurant waar mijn nieuwe vrienden zitten te wachten op mij. En op eten dat ik eigenlijk niet lust. (Hoe moeilijk mag je doen in het begin? Wanneer ken je elkaar goed genoeg om je gedacht te zeggen zonder iemand die boos wordt?) Nieuwe vrienden die zelfs jonger zijn dan MiniDockx. Ze praten honderduit over hun vriendjes, over opdrachten voor school, over hoe ze niet meer zoveel uitgaan want dat ze 'het beginnen voelen'. 
(En hoe ik mij verdiepte in Japanse termen toen ze verdoken vroegen hoe oud ik was-abi? Hoe smaakt dat juist?)

Dat ik zelf mijn was doe en het gras kort moet houden, daar gaat het niet over. Dat de bokaal cornflakes zichzelf niet aanvult en ik op zondagavond écht aan de vuilniszakken moet leren denken. Dat ik zelf mijn fietsbanden moet oppompen (hoe -in hemelsnaam- HOE?) en moet oppassen wanneer ik met het strijkijzer over mijn hemd ga. Dat er geen pudding op het aanrecht staat wanneer ik thuiskom na een lange dag les. Dat dit veel te fancy avondmaal mijn weekbudget opsoupeert. En ik ben nog niet tot in de winkel geraakt.
Dat er niemand meer is om ervoor te zorgen dat ik op tijd in bed lig, daar gaat het niet over.

Mijn lippen zijn gebarsten en mijn zwarte nagellak komt los. Er zitten vegen mascara onder mijn ogen en slapen, dat lijkt voor later. Om te vermijden dat ik opnieuw badend in het zweet wakker word. Vanbinnen helemaal verfrommeld, zoals de Metro van vanmorgen onder de treinzetels de nacht probeert te overbruggen. Een dag extra overleefd.

De TL-lampen van de club aan de overkant flikkeren de stad vol lichtvervuiling en wanneer ik hem opnieuw voorbij kom, staar ik naar de grond terwijl ik vluchtig mijn haar bij elkaar bind. In de hoop dat hij mij niet herkent. Mijn elleboog voor mijn gezicht.
Niet opnieuw die vriendelijke woorden. Niet nu.


(Complimenten, ik weet niet zo goed wat ik daarmee moet.)