Om één of andere reden is er nooit een duidelijke lijn.
Er is nooit een ja of een nee, een goed of een slecht. Het is altijd ergens tussenin. Het kan er allemaal wel mee door, het is goed, maar niet wauw. In het begin is het allemaal perfect, we maken plannen en voornemens. We denken -hopen- dat we geweldig zullen zijn.
Het onverwachte is wat ons leven verandert. Ze zeggen altijd dat het onverwachte alles doet verbleken. De dingen zijn nog nooit zo bleek geweest.
Er is hier nog plaats bij mij, op mijn wolk. Ik hoop dat ze dat beseft. Ik hoop dat er niets zal veranderen. Ik weet dat er wel dingen zullen veranderen, maar niet veel, alsjeblieft. Ik hoop dat alles op zijn pootjes terecht komt, ook een beetje hoe zij het wil. Zodat ze haar dromen niet opgeeft.
Ik moet doorgaan, ik moet verder doen en er is geen enkele logische reden waarom zij dat niet mag doen. Weet dat ik het dan ook een beetje doe voor haar.
Later die dag gaf Hij me een Milky Way.
Niet dat het kan tellen als troost, maar het was met de beste bedoelingen.