Lieve meneer,
Ik zou 'Jos' of 'Karel' zeggen, maar dat kan ik niet. Ik ken je alleen maar als 'onze papa' en dat zou een beetje een vreemde aanspreking zijn.
Ik weet dat wij nooit vrienden zijn geweest. Dat zou ook maar raar zijn, aangezien ik je maar één keer heb gezien. Heel snel op de luchthaven in januari, maar dat herinner jij je waarschijnlijk al niet meer. Dat maakt ook helemaal niet uit. Ik wil je gewoon heel even geruststellen.
Even zeggen dat alles hier in orde zal komen. Dat ik ervoor zal zorgen dat ze haar zotte dromen zal waarmaken. Dat ze altijd haar impulsieve, onnozele zelve zal zijn. Dat ze zal doen waar ze zin in heeft, zoals ze altijd gedaan heeft. Dat ze vertrekt wanneer ze er zin in heeft, om heel even terug te komen en dan ergens anders kindjes te gaan helpen. Misschien is het niet meteen voor nu, maar ik zal ervoor zorgen dat ze dat niet vergeet. Dat ze later kan doen alsof er nooit iets veranderd is.
Ik weet dat wij onder ons twee altijd alles platrelativeren, dat wij lachen met dingen waar 'men' eigenlijk niet mee lacht, dat wij leven van elkaars leedvermaak. Hoe onrespectvol dat ook mag overkomen, besef dat dat allesbehalve het geval is. Weet dat zo'n lichte kijk op de zaak alles in perspectief brengt.
Ik wil gewoon even kwijt dat ik voor haar zal zorgen. Wat er ook gebeurt. Ik hou een oogje in het zeil, van op een grote afstand. Ze zal het misschien niet altijd door hebben, maar ik zal er zijn.
Stiekem is ze een stukje opgelucht, al zal ze dat nooit durven toegeven, zelfs niet tegenover zichzelf. Stiekem is ze een beetje boos, omdat je alles nu in de war brengt. Dit was niet de afspraak, weet je wel?
Ze zijn zo plots heel erg volwassen moeten worden.
Het is allemaal zo echt nu. Zoals de grote mensen.
Vanaf nu rijdt zij rond met jouw auto.
Vanaf nu wonen zij in jouw huis, alleen.
Met een lief klein katje ook, vanaf nu.
Je had niet liever gewild, waarschijnlijk.
Behalve dat katje dan.
Voor Sab.
Omdat ik niet meer kan doen dan er voor je zijn.
No comments:
Post a Comment