Ik zit in een soort van vreemde verneveling. Die rust is zo lang geleden dat ik niet eens meer wist dat het bestond, zo rustig zijn. Een combinatie van vermoeidheid met wat onverschilligheid tegenover alles anders. Alles. En dan straks dat zwarte gat, waarschijnlijk.
Zeventien stoere gasten met grote monden en kleine hartjes. Zeventien verkenners met hun hand in hun broek, zonder gêne. Zeventien stemmen die al die traditionele liedjes zongen, zonder gêne. Zeventien jongens op z'n zotst met de wereld aan hun voeten. Ongetwijfeld. Alles was awesome en muug veel en genius. Ook schmützten ze alles, die Schmützkes.
Tachtig letterkoekjes in één mond, B.A. Baracus, een koersfiets, Fred de wezel en muug veel nimbostratus wolken. Een meer, twintig jongens en twee meisjes. En nu, een groot leeg veld.
Voorlopig raakt niets me. En ik hoop dat het even zal duren.
Schoon weer vandaag, het is weer schoon geweest.
No comments:
Post a Comment