Maar ik heb hier wel een muts. Een hele mooie wollige witte, die een totale picture perfect vormt met mijn witte wollige wanten. (Wanneer ik ze bij me heb, natuurlijk.)
Ik loop door de straat. Iedereen kijkt. De grijsaard met zijn ongeschoren baard en sigaret in de mond, de jongen wiens iPod zo luid staat dat zelfs mijn grootvader er nog dover van zou worden. Ze staren, als uitgehongerde hyena's. Naar mijn losse blouse en nonchalante rok.
Het regent. Het regent zo hard dat als ze daarboven niet oppassen, ze heel de Watersnoodramp van 1953 in één keer op ons uitstorten, zonder dat de zee er voor iets tussenzit. Nee zeg, ik ben niet gek. Ik draag geen nonchalante rok en al zeker geen losse blouse.
Het is mijn witte muts. En in tegenstelling tot wat mijn uiterlijk doet vermoeden, sla ik mijn ogen neer en hoop stiekem dat niemand het geklak van mijn hakken hoort. Dat die gigantische galm enkel in mijn hoofd te horen is, de schuld van die lege ruimte onder mijn schedel. Veel fancier gekleed dan normaal. Té fancy eigenlijk. Alsof ik het niet ben die daar loopt.
Maar het enige wat ik mij afvraag is wat Jij ervan zou vinden. Ik met mijn mooie witte muts. Mijn kleine picture perfect.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment