18u53, spoor 3, Centraal Station Brussel.
Een heel perron vol jeugdbeweging. Het héle perron vol met jongens waarvan ik schat dat ze nog maar net het concept Pokémon ontdekt hebben. Laat staan dat ze weten dat je die dingen niet écht in de bossen zal vinden.
Trein stopt. Ik stap op, snel en opdringerig. Ik ben zo niet. Ik doe dat normaal gezien nooit. Ik wacht altijd vriendelijk zoals het hoort, na al die lastige mensen die doen alsof ze achtervolgd worden door de politie omdat ze net met hun 4x4 een Dexia-kantoor geramd hebben. In mijn hevigheid duw ik wat overduidelijk meer ervaren types aan de kant en zet me braaf in het gangetje. Kwestie van mijn loodzware rugzak niet bovenop het rek te hoeven zwieren en gewoon rustig mijn vijfentwintig tergend lange minuten uit te zitten. Ja, ik ben asociaal.
Eén voor één passeren ze. Alle vijfhonderdvierentwintigduizend. Om daarna nog eens te passeren in de andere richting. Ik dreig nog te roepen "allez allez, continuez!" maar aangezien mijn Frans niet is wat het hoort, bestaat de kans dat in de hevigheid van het moment mijn uitspraak er verkeerd uitkomt en hou ik het dus maar voor mezelf. Geeft niet, drie minuten later is iedereen weer weg en vlei ik mij neer op de trappen die er allesbehalve voor bedoeld zijn. Ik kan eindelijk op mijn gemak knorrig van vermoeidheid mijn weekend in gaan.
Stop Brussel Noord. Blijkt dat spoor aan de kant van míjn trappen te zijn. Oké oké, 't is al goed. Ik zet me recht. Voor even. Ja hey, niét dus. Opnieuw een hele meute kinderen, met blauwe vestjes en gekleurde sjaaltjes. Het lijkt wel alsof ze het wereldrecord Franstalige jeugdbewegingen op één trein willen breken. Mét als voorwaarde dat ze allemaal bij mij moeten langskomen en een foto moeten trekken als bewijsmateriaal. Waarschijnlijk omdat er ergens een dubbelganger van mij rondloopt die gerechtsdeurwaarder is en hun recordpoging officieel kan maken. Vergeet het maar, Franstalige jeugd.
Nadat al dat grut opgestapt is, volgt er nog een hoop doordeweekse pendelaars en jawel, mijn zuurverdiende veredelde zitplaats wordt ingenomen. Ik kan rechtstaan. Op de koop toe blijkt die laatste hoop kinders géén plaats gevonden te hebben en komen ze dan maar bij mij staan. Beginnen braaf hun boterhammen op te eten en wat te kwetteren. Au français, bien sûr! Geef me een stukje met choco en ik zorg dat jullie in het Guinness Book of World Records komen! In hun dromen.
En jammer genoeg ook in die van mijn maag.
Twintig eindeloze minuten later ben ik er. Uitgehongerd en uitgeput. Maar ik ben er. Ik ben er. IK BEN ER!
Ik heb al die Franstalige Fuckers overleefd, I'm a SURVIVOR! Al fluitend wandel ik naar mijn persoonlijke taxi. Opgelucht. Zucht.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment